Sint zat laatst eens in de trein,
Want zijn paardje was zo moe.
Hij had die dag een afspraak,
En daar moest ‘ie echt naartoe.
Maar toen hij in de trein zat,
In niet roken. 2e klas.
Zag hij plotseling een man,
Die heel merkwaardig was.
Hij had een apparaat op schoot,
Een laptop of zoiets.
Hij maakte rare kreungeluiden,
Maar deed verder niets.
Hij keek ook telkens om zich heen,
Alsof iedereen moest zien.
Dat deze man een laptop had,
Een dure bovendien.
Nu zag Sint op jouw lijst dit jaar,
Ook zo’n computer voor op schoot.
Maar hij wist niet goed of hij,
Dat wilde brengen met zijn boot.
Want wat als jij nou strakjes,
In de trein ook gek gaat doen.
Dan geeft de Sint je toch het liefst,
Iets anders in de schoen.
Toch geeft hij jou waar jij om vroeg,
Maar laat hem dan niet merken.
Dat jij hiermee stoer gaat doen,
Dit ding is om te werken!